Blaas Pluis Blaas

Oma Sjam en Pad Polder wandelen door het bos naar het Grasland. Reiger Klep komt zwierig aangeland. Pad Polder en Reiger Klep zijn vrienden en ze jennen elkaar graag.

Klep, man, gisteren heb ik jou gezien bij de tuinvijver van buurvrouw Chantilly, goudvis uit haar vijver vissen! Gemakkelijk hé, andermans pleziertje wegpikken! Hoe durf je?’

‘Polder, zwijg, ik kom terug van de Wingebeek en wat me daar overkomen is, is een geluk bij een ongeluk. Luister!

‘ Zilverreiger ken je toch hé? Zij had daar aan de Wingebeek streekvis geroosterd op haar barbecue. Baarsjes op houtskool, lekkerder dan Hollandse maatjes. Ik snapte ze weg met mijn snavel, klepperde een paar keer en wou het zaakje inslikken. Toen bleef een stekel van de stekelbaars steken in mijn keel. Stekelbaars moet je eerst van stekels ontdoen en dan zeer voorzichtig oplepelen. Voorns slik je zo in; maar stekelbaars daar moeten wij reigers exta voor opletten.’

‘Wat niet mocht gebeuren, gebeurde: dwars vooraan in mijn hals zat de stekel. Muurvast. Als Zilverreiger er niet geweest was, stond ik hier nu niet. Zij vond een schaartje in haar groene toilettas en met een lampje zocht ze in mijn keel. Het schaartje was te kort. Vliegensvlug wisselde Zilverreiger het schaartje voor het pincet waarmee ze haar okselharen epileert, belichtte mijn keel opnieuw, vond het dwarse stukje, duwde en plooide het met haar pincet en wist de stekel uit mijn hals te vissen.’

‘Beste Pad Polder, ik heb mijn lesje geleerd, let op voor barbecues met lekkers dat stekels heeft. Ik heb Zilverreiger uiteraard uitvoerig bedankt voor zoveel zorg en ik heb haar beloofd haar uit te nodigen aan mijn beek voor lunch met op het menu de zeldzame beekprik (als ik hem kan vangen) en met een groentekrans van kleinkroos, bultkroos en fonteinkruid.

Oma Sjam luistert met grote aandacht naar het gesprek tussen Pad Polder en Reiger Klep. ‘Klep mag van geluk spreken dat Zilverreiger een pincet in haar toilettas had’, denkt Oma Sjam.

Laten we samen verder wandelen,’ zegt Oma Sjam. En dat doen ze, Oma Sjam tussen Pad Polder en Reiger Klep in met Polder aan de ene arm en Klep aan de andere.

Jij hebt geen vleugels, jij bent een beetje dik en kwabbig en rond sjokken hier is meer jouw ding, zou ik denken, jent Reiger Klep zijn vriendin Pad Polder over het hoofd van Oma Sjam heen, veel rondtrekken doe jij niet, tochTe korte beentjes?

Dan vertelt Polder haar verhaal.

‘ Eén keer mocht ik met Opa Bos mee langs de Machtige Rivier. Ik mocht midden op het stuur van zijn fiets zitten, haren in de wind, tot in Aarschot en terug. Heb jij ooit al drie uur op het wiebelende fietsstuur van een 93-jarige gezeten, Klep? Hoe lachen honden – chihuahuas en pincherkes – in hondenmandjes op elektrische fietsen je niet uit? Hoe blazen sportfietsers en snelbikes je van de  weg en ei zo na de Machtige Rivier in!’

‘Neen, reizen is ronduit gevaarlijk. Eén keer per jaar, helaas, móeten wij padden reizen! Dan doen wij de paddentrek van Droogland naar Natland in groepen van honderden tegelijk. Gezellig met z’n allen, zo denk jij misschien? Maar vergis je niet! Het is een pad vol risico’s. Van hier naar ginder is misschien maar 730 meter ver, maar o zo gevaarlijk! Eén op de vier keert niet meer terug! Ofwel worden we opgepikt door dieren zoals u, reigers, ofwel worden we van straat geplukt door uilen, buizerds of kraaien. En de vos en de bunzing zijn ook geen lieverdjes. Maar gevaarlijker nog is de oversteek over straat. Wielen roffelen over ons heen. Sommigen, velen pletten ons plat. Zelfs Opa Bos en Flo met hun fiets kijken niet uit.’ Eén op vier. Dat is een zware tol. Het is ons lot!’

Oma Sjam, tussen beiden in, kijkt links naar Reiger Klep en rechts naar Pad Polder, luistert, knikt en begrijpt de zorg van beiden

In gedachten vat Oma Sjam het gesprek samen en bedenkt zij dat Reiger Klep gered is geweest van een gewisse dood door verstikking en dat Pad Polder jaarlijks haar leven op het spel zet bij de paddentrek. ‘Het leven is een pluis in de lucht.

Dan besluit Oma Sjam om niet te spreken maar te zingen. Zij zingt:

                             pluis blaas pluis

                             blaas me niet weg van huis

                             blaas pluis blaas

                             waar ook de wind mij blaast

Met zijn drieën komen ze het Grasland op gewandeld. Oma Sjam stopt, zoekt even en plukt een paardenbloem. Zij vraagt Reiger Klep en Pad Polder samen “pluis, blaas, pluis,” te zingen en te … blazen.

Foto: Linde Deklerck

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s