Aischa

Ah, Aischa! Hoe naarstig toch werkte zij aan haar eerste roman! De minister van Transport had Aischa geposteerd in een zijkamertje van zijn kabinet. Van staatszaken moest zij zich ver weg houden en liefst ook van alle andere vlijtige kabinetsmedewerkers.

Aischa’s boek ontspon zich rond het thema van de eeuwig durende bloedvetes in het bloedmooie stadje Peja met de omringende vier adembenemende bergkammen die welke slechte gedachte dan ook onmiddellijk doen verdampen. Ook vertakte haar verhaallijn zich tot over de grens van het landje tot in het inmiddels vrediger [noot: fietsrijke] Shkodra.

Nu gebeurde het dat de minister bij tijd en wijle een buitenlandse mogendheid bezocht om voorzieningen te sprokkelen voor staatszaken in Transport. Tussen twee hoofdstukken in gaf dit Aischa de kans om haar landje comfortabel rond te toeren op zoek naar achtergronden om haar thematiek verder uit te diepen. Het was mij een hele eer toen ze me vroeg haar op deze zoektocht te vergezellen. Vóór zijn vertrek instrueerde de minister nog mijn vertaler om mijn tot dusver onwennige communicatie met Aischa in die vreemde taal op punten en komma’s te controleren. Maar mijn vertaler werd lui zodra de minister op ronde was en bleef dan liever thuis.

Aischa en ik bezochten Donjon torens – daar “Kula”genoemd – waar ooit clanslachtoffers van bloedvetes zich mogelijks schuil hadden gehouden. We voerden warme gesprekken op terrassen in de buurt van politiekantoren en picknickten langs vervaarlijke bergrivieren waar vermeende daders de oversteek hadden gemaakt. We waagden het zelfs om de grens over te steken naar het roversnest Bajram Curri, de toegangspoort tot het paradijselijke Valbona, de vallei van de barmhartigheid. Helaas kreeg ik toen een telefoontje  van mijn hoofdkwartier om onverwijld mijn missie te onderbreken. ‘Aischa, kind, de plicht roept’, zei ik, maar we komen weder.’

Het was mijn vergetelheid! Op de dag van zijn terugkeer naar zijn thuisland, zou de minister nog een nieuwe weg inhuldigen. In mijn agenda had ik verkeerdelijk “Aischa” genoteerd. In allerijl riep ik Rama, Reza, Xhevdeti, Xhevat en Edilah op tot actie en verzocht om kussentje, lint, schaar en staatsauto. Aischa sloeg haar laptop open en bleef wijselijk achter.

Het was een mooie vooravond toen ons gezelschap arriveerde op het brandschone wegdek. Mijn baas stond er mij misnoegd maar opgelucht op te wachten. Reza en Xhevdeti spanden het lint strak zodat de geplogenheden een aanvang konden nemen. Hoe mooi toch waren die woorden! Zij droegen bij tot het duurzaam herstel van het wegdek dat eerder door rollend militair materieel in de vernieling was gereden. Ik nam deze foto:

IMG_20181012_100459

Mijn dagen waren nu geteld. In de eigen landstaal had mijn vertaler de minister gebriefd over de punten en komma’s van mijn missie met Aischa. Ik hoopte op respijt, zocht nog heil in de adembenemende diepe Rugova canyon en op de flanken van het Montenegrijns grenshoogland. Helaas, ik moest voortaan  bloedwraak vrezen.

De koerier belde thuis aan en overhandigde me het kartonnen doosje. Aischa had aan mij gedacht met een helrode kaft en de onheilspellende naam “Plage e mallit”: haar roman waarin ik de ‘bad guy’ speel, notabene in een hoofdrol.

Dit vermaledijde boek heeft mijn lot voor eeuwig bezegeld.

HOTEL PAPA aan de Machtige Rivier

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s