Zij trekt haar gekraste kano aan land aan de soldatenbrug over de Machtige Rivier.
Hij haalt uit zijn sporty fietstas een busje energiedrank en krachtkoek. Tegen de boom staat zijn verreafstandsfiets.
Omdat avontuur toeval nodig heeft, kijkt Jessie Anderson verwachtingsvol naar de gespierde gebruinde kanovaarster die zijn kant op komt.
Jessie Anderson: ‘Hello, jij bent de eerste kanovrouw die ik hier tegenkom. Ben jij al lang onderweg?’
Kanovrouw: ‘Twee maand zo ongeveer. Ik kom uit Estland aan de Baltische kant van de Oostzee waar alle meisjes van jongs af leren kanovaren op de Estse meren en rivieren. En jij, vanwaar kom jij? Jij ziet er moe uit!’
Jessie Anderson: ‘Ik kom van de Shetlands, eilanden boven Schotland, waar nooit gefietst wordt omdat de wind er te erg waait. Toen ik van deze tocht droomde, heb ik mijn eerste fiets – deze hier – gekocht. Daarom word ik nog snel moe en moet ik regelmatig rusten.’
Kanovrouw: ‘ Zozo, mannen waaien er weg hé? Ben jij daarom hier? Hoe heet jouw eiland?’
Jessie Anderson: ‘Unst, het meest noordelijke eiland van de Shetlands, halfweg tussen Schotland en al dicht tegen Noorwegen.’
Kanovrouw: ‘Wind, wolken, storm en regen; daar hou ik van. De natuur op zijn best. Ik peddel westwaarts en ik kijk al uit naar jullie felle luchten op de Shetlands.’
Jessie Anderson: ‘Laten we hier samen iets eten en drinken en onderwijl luister ik naar jouw verhaal over jouw tocht over rivieren, machtiger wellicht nog dan deze.’
Kanovrouw: ‘Als je kano vaart zie je veel, hoor je veel, ruik je veel, maar niets is fijner dan een verre reiziger te ontmoeten. Ik heet Laura Tamm. En jij?’
Jessie Anderson: ‘Ik heet Jessie Anderson’
Rosaly en Chantilly uit het dorp zitten aan de andere zijde van de picknicktafel en volgen het gesprek tussen Laura Tamm en Jessie Anderson. Rosaly en Chantilly neuriën:
Litouw Letland Estland
Vrouwen varen er weg
Schotland Orkney Shetland
Mannen waaien er weg
Laura Tamm: ‘Morgen vaar ik verder tot aan de bocht van Bath in de Westerschelde en daarna steek ik de Noordzee over, de Thames op voorbij London.’
Jessie Anderson: ‘Bij eb kan je met de Schelde meedrijven. Dat heb je goed bekeken. Maar dan komt de zee met vervaarlijke stromingen en een kano kan bij sterke wind breken als een lucifer tussen twee vingers. Schrikt jou dat niet af?’
Laura Tamm: ‘Ja, dat wordt uitkijken voor wild water. Ik neem voldoende drank en powerfood mee en ik rust wel uit op de sokkel van een windmolen op zee. Ik maak me meer zorgen om de ontvangst ginder. Zijn ze daar even vriendelijk als jij?’
Jessie Anderson: ‘Niet altijd. Het hangt ervan af wie je treft. Londenaars bijvoorbeeld zijn hebberig. Dorpen langs de rivieren zijn schattig maar niet altijd verwelkomend. Op de eilanden heersen wind en wolken.’
Laura Tamm: ‘Ik wil doorzetten, mijn hoofd vrij maken.’
Jessie Anderson: ’Ik ook, ík zet door naar Estland en daarna verder, de rondtrip langs Finland, Zweden, Noorwegen. Zijn de mensen ginder in Estland even vriendelijk als jij?’
Rosaly en Chantilly zijn benieuwd naar het vervolg van het verhaal van die Estse Laura Tamm en van Shetlander Jessie Anderson. ‘Zo’n lef; zo’n durf, zo ver van huis die twee!‘ Zij neuriën:
Oostland Estland
Vrouwen durven het aan
Zij varen wel maar komen ze ook aan?
Orkneys Shetlands
Wind wolken storm en regen
Mannen trappen wel
Maar waaien ze er niet weg?
De zon staat al lager. De kano ligt nog aan de oever en de fiets staat nog gestald tegen de leuning van de soldatenbrug. Laura en Jessie hangen voorovergebogen over een kaart en praten over het vervolg van hun reis.

Jessie: ‘Ben je zeker dat je naar de eilanden wil? Wind, wolken, storm en regen. Bomen bieden er geen beschutting want die zijn er niet op Shetland. De oceaan botst er op de Noordzee. Het is er heftig. De wind heeft er vrij spel.’
Laura: ‘Slappeling! Ben jij er dan echt weggewaaid? Als jij al ooit in Estland zou geraken, ga dan naar één van de vele eilanden voor de kust, eenzame fietsers zoals jij voelen er zich misschien thuis. En er staan bomen, dat scheelt.’
Jessie: ‘Dank u, ik moet geen advies. Ben jij van de Estse toeristische dienst misschien? ’
Laura: ‘Neen, man, Ik vaar om te vergeten.’
Jessie: ‘Ah, dan hebben we toch iets gemeen?’
Laura: ‘Dat lijkt er op, ja.’
Jessie: ‘Het wordt laat ’
Laura: ‘Ja, de zon gaat onder!’
Rosaly en Chantilly zien Laura en Jessie vermoeid en stil bij mekaar zitten.
‘Kom, we overnachten hier in de B & B’, zegt Jessie plots en hij legt een arm over haar schouder.
Water wind storm en regen
Mannen waaien er weg
Vrouwen willen er heen
Water wind storm en regen
______________________________________________________________________________________________________________________________
Hotel Papa aan de Machtige Rivier