
Kladwerk! Overschilderen, die vuile boel! Hij staat er ondertussen langer dan een jaar, deze graffiti, naast een fiets- en voetgangerstunneltje aan de dreef naar het Montfortcollege.
“Hee, komjehiervaker? Niet vaak genoeg”
Een puber met een hartenkreet naar een liefje? Het duurt me te lang! De scholier zet er zijn handtekening onder: het vliegend varken van Pink Floyd? Komjehiervaker, geen spatie. In alle haast “vaek” fout gespeld en gecorrigeerd. Hij (of zij?) is erg ongeduldig. Hoop op snelle actie en beterschap.
Maar, beste lezer, zal de aangesprokene zich wel aangesproken voelen? Of is hier een eenzaat aan het werk geweest, een afgewezene? Graffiti van een desperado? Zo de kreet niet snel wordt beantwoord, kan het ergste gebeuren … de trein.
Geen donkere gedachten, hé! Dit is graffiti van iemand mét humor; iemand licht in zijn hoofd, beetje Kafka, beetje Banksy.
Misschien moeten we de verklaring niet ver zoeken: hij of zij wil voorbijgangers begroeten. Dat is vriendelijk. Dank u wel. Niet overschilderen!
Wie had die graffiti durven verven?

Het idee kwam van Flo. Opa Bos had geverfd. De tekst kwam van beiden.
Flo wist dat Fien in september naar haar nieuwe school zou gaan en wou een afspraakje met haar. Hee Fien, kom je hier vaker? durfde Flo niet te verven. Té persoonlijk. De politie zou snel weten wie deze graffiti had geklad.
Zo dat was dat. Nu afwachten maar tot Fien passeert. Maar Fien passeert niet; de trein passeert.
De treinbestuurder ziet twee figuren langs de sporen lopen in Rotselaar. Onmiddellijk belt hij de vliegende spoorlopersbrigade in Aarschot.
Enkele minuten later landt een helikopter op het gemaaide tarweveld. Twee snelle spoorloperspotters met handboeien aan hun riemen komen de sporen over gerend. Zij pakken Flo en Opa Bos bij hun kraag, dulden geen tegenspraak, nemen nog snel een foto van de graffiti en van de plek van het spoorlopen, trekken hen mee, en duwen Flo en Opa Bos de helikopter in.

De helikopter trekt zijn wentelwieken op snelheid, zweeft weg over de Machtige Rivier naar het station van Aarschot, waar ze op het dak landen. ‘Dit gaat jullie een flinke gasboete opleveren, opaatje!’ zegt de ene spoorloperspotter. ‘Ja, én de kost van een helikopterritje!’ grinnikt de andere.
Flo en Opa Bos zitten op stoelen vóór de stationschef. De spoorloperspotters – beducht als ze zijn voor vluchtpogingen en plots geweld – houden hun handen stevig op de schouders van Flo en Opa Bos. De onderstationschef staat op een afstandje mee te luisteren. De bewijsstukken liggen op het tafeltje naast de stationschef: de foto van de graffiti en de foto van de plek van het gebeuren. ‘Spoorlopen is een zwaar vergrijp, zegt de stationschef streng. Bovendien doet uw geklad mij sterk vermoeden dat u spoorlopers aanmoedigt in misdadig gedrag. Niet vaak genoeg …. (euh) spoorlopen!’
Zoals het wel meer gebeurt, duikt er ook hier een redder in nood op. De onderstationschef had het machtsvertoon van zijn baas vanop enige afstand gade geslagen. ‘Beste baas, zegt hij, deze mensen zijn dichters, geen spoorlopers. Ik ben zelf dichter na mijn werkuren en ik herken dichters. De beste gedichten laten veel interpretatie toe. Wij stationschefs, treinbestuurders en vliegende brigadiers zien de wereld door één bril, namelijk de bril van het reglement dat spoorlopen verbiedt. Hun graffiti is een uitnodiging aan de mensheid tot ….(euh) verbondenheid,’ zo besluit de onderstationschef zijn pleidooi.
De stationschef knikt en heeft het begrepen. ‘Deze mensen zijn geen spoorlopers, maar dichters. Breng hen terug vanwaar ze gekomen zijn’ roept hij naar zijn spoorlopersbrigadiers, die zich verheugen op een nieuw helikoptervluchtje. Opa Bos vraagt de brigadiers om hem en Flo af te zetten dicht bij huis. Dat doen ze maar al te graag. De helikopter zwenkt links weg, cirkelt een paar keer boven het bos en landt zachtjes op het Grasland.
Ook Fien en haar oma Lindita horen de helikopter zwenken en dalen. Zij willen deze zeldzaamheid niet missen. Flo stapt uit de helikopter en ziet Fien verbaasd toekijken. ‘Hallo Fien, kom jij hier vaker?’ roept Flo naar Fien. ‘Dag Flo, kom jij hier vaker met de helikopter,’ vraagt zij. ‘Niet va(e)ak genoeg,’ antwoordt Flo.
HOTEL PAPA aan de Machtige Rivier