‘Nacht van de Uil. Doe mee!’ tweette de burgemeester naar Uil Ulla.
Hier zou het verhaal kunnen eindigen. Of ook gewoon verder kabbelen vertellend over hoeveel uilen de spotters die nacht geteld hadden of over hoe een spotter in het donker in de beek gesukkeld was of…
Maar de ‘Nacht van de Uil’ verliep helemaal anders. Luister maar.
Uil Ullebak, de zoon van uil Ulla, had ook zo’n bericht van de burgemeester gekregen. ‘Nacht van de Uil? Daar doe ik niet aan mee!’ denkt hij. Ullebak doet graag moeilijk. Dat weet iedereen en jullie weten dat ook.

ULLEBAK
Ullebak zweeft uit zijn boom. Hij landt op de schouder van Flo, kleinzoon van Opa Bos, en zegt: ‘Niet één spotter zal mij vannacht spotten of tellen, ik verstop me vannacht en ik doe overdag moeilijk.’ Flo kijkt verbaasd op: ‘beste Ullebak, dat is een gedurfd plan! Als dat maar goed afloopt.’ Ullebak zweeft al weg en heeft Flo niet eens meer gehoord.
Terwijl Ullebak rondjes maakt boven het bos, kijken nu ook de buizerd, de reiger, de vinken, de mezen en natuurlijk ook de mussen verbaasd op. ‘Een nachtuil die overdag rondvliegt? Het is Ullebak? Nee toch!’
Ullebak heeft zijn plannetje al klaar en herleest luidop wat hij op een blaadje genoteerd heeft:
- Moeilijkdoenerij # 1: Ik vlieg het rusthuis binnen en laat de 100-jarige schrikken.
- Moeilijkdoenerij # 2: Ik schud de vleermuizen wakker.
- Moeilijkdoenerij # 3: Ik zwem bloot in De Plas
Ullebak denkt na over de mate van moeilijkdoenerij van elk van de 3 moeilijkdoenerijen en voegt er nog een vierde aan toe :
- Moeilijkdoenerij # 4: Ik roep ‘stomme uil’ naar de burgemeester omdat hij die stomme Nacht van de Uil organiseert.
Terwijl Ullebak over de Machtige Rivier zweeft en nog twijfelt welke moeilijkdoenerij hij eerst zou aanpakken, ziet hij Reiger Klep staan vissen aan de Machtige Rivier. ‘Ik ben op weg naar mijn eerste moeilijkdoenerij en heb nog even tijd. Kan ik even meevissen?‘ Reiger Klep is er niet gerust op want dit kan een moeilijkdoenerijstreek opleveren. Maar Klep stemt toch in. ‘Aan de beek heb ik aan mijn lange bek genoeg om te vissen, maar hier in de Machtige Rivier breng ik altijd een hengel mee. Gebruik deze!’ en Klep geeft de hengelstok door aan Ullebak.
Wat dan gebeurt is nauwelijks te geloven. De rode slanke dobber van zijn hengel dobbert rustig op de stroming, wipt dan even op, verdwijnt, wipt terug boven water en blijft daar stil liggen. ‘Opletten nu, zegt Reiger Klep aan Ullebak, die vis heeft honger!’
Uilen zijn natuurlijk lichtgewichten die het gewoon zijn te zweven en zij zijn zeker niet ervaren in het vissen met de hengelstok. Misschien is de vis sterker dan de uil?
Dat blijkt ook. De dobber snokt aan de draad van de hengel; trekt de hengel het water in en sleurt Ullebak mee de Machtige Rivier op. Die vis is een snoek.
Als ik u zou vertellen dat de snoek zo groot is dat hij Ullebak opslokt en meeneemt naar verre wateren, dan zou ik liegen. De snoek is weliswaar een reus van een snoek, maar hij is goedaardig ondanks zijn vreeswekkende tanden. Hij slokt Ullebak niet op; maar knapt de draad van de vislijn door die rond een poot van Ullebak is vast komen te zitten en zet hem vriendelijk neer aan de andere kant van de oever.
‘Ullebak, ik ken u van uw moeilijkdoenerijen. Zand erover, we vergeten dat. Ik breng u naar deze kant van de oever waar er een wonderbaarlijke plek is die je moet leren kennen. De snoek wenkt een luchtige libel. ‘Blauwe Libelle zal u de weg tonen.’zegt hij. ‘Kom mee met mij, jongeman, zo spreekt Blauwe Libelle vriendelijk tot Ullebak, en Ullebak dwarrelt achter haar aan. Zij komen op een bloemrijke plek bij een wilgenbosje aan een oude meander waar honderden oranje bruin zwart gevlekte en licht blauw afgezoomde vlinders doorheen mekaar vlinderen. ‘Oh, dit spektakel is wonderbaarlijk,’ roept Ullebak verrukt uit. Dit zijn Oostelijke Vosvlinders*, een zeldzaamheid in dit land. Vlindertellers zijn al jaren op zoek naar de Oostelijke Vos.’
Ullebak weet wat hem te doen staat. Hij vliegt over de Machtige Rivier terug naar het bos waar hij natuurgids Willig vindt: ‘Mijnheer Willig, mijnheer Willig’, de Oostelijke Vosvlinders zijn terug! Ik heb ze gespot en geteld. Het zijn er 1001, ginder aan de andere oever op de plek bij de wilg.’ Willig is achterdochtig want dit is beslist weer een moeilijkdoenerijstreek van Ullebak. ‘Neen, het is geen moeilijkdoenerij, reageert Ullebak, die de gedachte van Willig leest vóór hij ze uitspreekt. Kom mee!’
Willig trommelt zijn natuurvrienden op en ze trekken er samen op uit om te controleren of Ullebak de waarheid spreekt. ‘Ullebak heeft 1001 Oostelijke Vosvlinders geteld!’ Het gezelschap vreest dat het weer een slechte grap – juist, een moeilijkdoenerij – van Ullebak is. En wat vurig gehoopt, maar niet verwacht werd, geschiedt toch: de Oostelijke Vos is terug. [Luid scanderend] ‘De Oostelijke Vosvlinder is terug!’ [Nog luider] ‘Ullebak heeft de Oostelijke Vosvlinder gespot!!’
Die dag werd Uil Ullebak uitgeroepen tot ‘Uil van de Dag’. De Natuurvrienden eerden hem om zijn durf, ondernemingszin en scherp oog. Zij roemden hem als een uitzonderlijke spotter en snelle teller. Fier legt Willig Ullebak een medaille om de hals waarop staat:
UIL VAN DE DAG
Vinder van de zeldzame Oostelijke Vosvlinder
Is het verhaal ‘Nacht van de Uil ‘ hiermee afgesloten? Werden er die nacht nog uilen geteld, zoals de burgemeester gevraagd had?
Ook dit is bijzonder wat er die nacht gebeurde.
Uil Ulla, de moeder van Ullebak, wou uiteraard meedoen aan de uilentellerij op de ‘Nacht van de Uil’. ‘Geef mij een klembord, zegt ze, ik posteer mij vannacht op een uitkijk, ik tel elke uil die passeert en ik noteer nauwgezet mijn waarnemingen, volgens het reglement ‘1 uil, 1 streepje.’
‘Het spijt me zeer, mevrouw Ulla, zei de burgemeester, maar uilen mogen zelf niet tellen. Zij wórden geteld, begrijpt u, zo staat het in het reglement.’
‘Als ik niet mag tellen, dan doe ik ook niet mee, antwoordt Ulla. En mijn collega’s uilen ook niet!’
‘Hoezo, niet meedoen?‘
‘Gewoon wij vliegen niet!’
‘Hoezo, jullie vliegen niet?‘
‘Gewoon, wij zijn er niet?’’
‘Jullie zijn er niet?!’
Toen gebeurde het dat er op de ‘Nacht van de Uil’ geen uilen in het bos noch in het dorp te spotten vielen. Uil Ulla was met alle uilen voor één nachtje vertrokken. Niet één uil kon er geteld worden.
Of toch één, een doodvermoeide slapende uil: Ullebak, de ‘Uil van de Dag’!
______________________________________________________________________________________________________________________________
*Oostelijke Vosvlinder; vlinder die zeldzaam is in Vlaanderen: https://www.natuurpunt.be/nieuws/de-oostelijke-vos-een-nieuwe-dagvlinder-voor-belgi%C3%AB-20140716
HOTEL PAPA aan de Machtige Rivier